Vorige

De aandacht voor jeugdliteratuur is weggekwijnd, en dat is erg

  • Uit Trouw
  • Datum 30 september 2017
  • Tekst Bas Maliepaard
  • Foto Muzino K

Dat nu ook de Woutertje Pieterse Prijs verdwijnt, is volgens Bas Maliepaard een teken aan de wand. De jeugdliteratuur verdient meer serieuze aandacht!

Aan de vooravond van de Kinderboekenweek 2017 ontving ik een brandbrief van het bestuur van de Woutertje Pieterse Prijs. Deze jaarlijkse kinderboekbekroning bestaat al dertig jaar en is naast de Gouden Griffel vermoedelijk de bekendste prijs voor jeugdliteratuur. Maar sponsor Bruna stopt en een nieuwe geldschieter is nog niet gevonden.

De dreigende teloorgang van deze prijs past in een trend: de aandacht voor en waardering van jeugdliteratuur loopt al jaren sterk terug. De belangstelling van de lezer zit in de lift – kinderboeken verkopen goed – maar de media hebben hun aandacht ervoor verloren. Dat sponsors niet in de rij staan om een kinderboekenprijs te financieren, zou daarmee te maken kunnen hebben.

Televisieprogramma’s hebben nooit veel aandacht voor jeugdliteratuur gehad, al zaten bekende schrijvers vroeger nog weleens aan tafel bij beroemde interviewers: Paul Biegel bij Sonja Barend, Annie M.G. Schmidt bij Ischa Meijer, Sjoerd Kuyper bij Hanneke Groenteman.

Die tijd is voorbij. De belangrijkste talkshows van vandaag besteden alleen aandacht aan kinderboeken als ze geschreven zijn door bekende Nederlanders: van Isa Hoes tot prinses Laurentien. Daarbij draait het dan niet primair om de kwaliteit van het boek, maar om de celebritystatus van de schrijver. Een onbekendere kinderboekenauteur of -illustrator interviewen over een belangwekkend jeugdboek is een brug te ver voor Hilversum. Zelfs voor het serieuze programma ‘VPRO Boeken’: de kinderboekenauteurs die daarin te gast waren, zaten er naar aanleiding van een (eerste) volwassenenroman.

Kinderboeken zijn voor kinderen, is blijkbaar de gedachte, niet voor volwassenen. Toch hoef je maar naar radioprogramma’s als ‘Kunststof’ of ‘Opium’ te luisteren om te weten dat interviews met kinderboekenmakers wel degelijk interessant zijn. En Adriaan van Dis bewees dit jaar in de studio van ‘DWDD’ dat zo’n gesprek ook op tv werkt. Hij interviewde in zijn eenmalige ‘Hier is… Adriaan van Dis’ kinderboekenschrijver Jaap Robben. Toegegeven, die schreef ook de volwassenenroman ‘Birk’, maar het gesprek ging óók over zijn jeugdpoëzie.

Afbrokkeling

De geschreven pers heeft van oudsher meer aandacht voor jeugdliteratuur, maar die is tot een dieptepunt gedaald. Het duidelijkst is dat te zien aan het geringe aantal kinderboekrecensies in landelijke dagbladen.

Toen ik 12,5 jaar geleden als kinderboekenrecensent bij Trouw begon, publiceerden alle landelijke kranten, op één na, (twee)wekelijks kinderboekrecensies. Tegenwoordig is Trouw het enige landelijke dagblad dat nog wekelijks een jeugdboek bespreekt. In regionale kranten en opiniebladen is de aandacht bovendien ook geslonken.

Die afbrokkeling is al eerder opgemerkt. Sjoerd Kuyper fulmineerde erover in zijn Annie M.G. Schmidt-lezing in 2009, Floortje Zwigtman uitte in haar veelbesproken ‘literaire zelfmoordbrief’ in 2014 haar frustratie over het verdwijnen van recensietijdschrift De Leeswelp, na Leesgoed het tweede vakblad over jeugdliteratuur dat ter ziele ging.

De hamvraag is natuurlijk: wat is hier erg aan? De kinderboekenverkoop gaat toch goed? In de eerste plaats gaat het mij aan het hart dat de media zo’n groot gebied van de literatuur nagenoeg negeren. Het kinderboek is een veelzijdige kunstvorm die het verdient om gezien te worden. Er verschijnen fantastische boeken die niet zelden een veel breder publiek dan alleen kinderen aanspreken. De makers ervan zijn bovendien vaak talentvolle kunstenaars, die boeiend over hun werk kunnen vertellen.

Ook niet onbelangrijk: de gidsfunctie die de media hebben voor (groot)ouders en leerkrachten als het gaat om de selectie van kwalitatieve boeken voor kinderen. Jaarlijks verschijnen er volgens onderzoek van GfK/SMB rond de drieduizend kinderboeken. Daarvan vinden populaire, vaak platte series als ‘Het leven van een loser’ of ‘Geronimo Stilton’ hun weg wel.

Maar om opvoeders te wijzen op kwaliteitsboeken met een grotere taalrijkdom en meer diepgang zijn gedegen kinderboekrecensies, jeugdliteraire prijzen en interviews met de makers nodig. Ik kom vaak genoeg op basisscholen om te weten dat veel leerkrachten een beperkt beeld hebben van welke goede kinderboeken er verschijnen. Dat zal bij de gemiddelde ouder niet anders zijn.

Meer informatie

Dat ook tv-kijkers behoefte hebben aan informatie over kinderboeken bewijst het effect van de spaarzame keren dat het maandelijkse DWDD-boekenpanel een kinderboek bespreekt. Van verschillende uitgeverijen vernam ik dat de verkoop van die titels meteen omhoog schiet.

We willen allemaal dat onze kinderen vaardige lezers worden, die in staat zijn teksten te doorgronden. We willen dat ze hun fantasie en empathisch vermogen ontwikkelen en leren genieten van literatuur. Dan is het toch vreemd dat veel media de kwaliteitsboeken die je daarvoor nodig hebt grotendeels negeren?

Sjoerd Kuyper verwoordde het mooi in de genoemde lezing: “Het belang van jeugdliteratuur ontstijgt de boekenkast. Kinderboeken kunnen, als ze met de juiste instelling geschreven zijn, met het hart van een kind en de hand van een volwassene, van kinderen mooie grote mensen maken.”

Meer aandacht voor jeugdliteratuur is dus hard nodig, maar waarom in de vorm van een vaste, (twee) wekelijkse kinderboekenrubriek? Het gaat toch niet om kwantiteit – elke week een bespreking, ook van minder geslaagde jeugdboeken – maar om kwaliteit, om de pareltjes?

Dat is onzin, want volgens die redenering is de jeugdliteratuur geen serieus onderdeel van de literatuur dat ook kritisch gevolgd mag worden. Een kritische recensie kan schrijvers, illustratoren en uitgevers een spiegel voorhouden en – nog een voordeel – lezers waarschuwen voor een miskoop. Regelmatig aandacht voor jeugdliteratuur stelt de recensent bovendien in staat auteurs te volgen in hun ontwikkeling, en boeken te bespreken die misschien geen geweldige literatuur zijn, maar om een andere reden opvallen.

Internet

Op internet is wél veel aandacht voor jeugdliteratuur. JaapLeest.nl (recensies) en Boekwijzer.com (interviews) bedrijven bijvoorbeeld serieuze ‘kinderboekenjournalistiek’. Maar online publicaties in het algemeen compenseren niet het gebrek aan aandacht in de reguliere media, al was het maar vanwege de wisselende kwaliteit en het beperkte publieksbereik.

Dus, kom op, radio-, tv-, tijdschrift- en krantredacties: poets uw blinde vlek weg, geef het kinderboek en zijn maker (weer) het podium dat ze verdienen, opdat onze kinderen en andere geïnteresseerden de weg naar kwalitatieve kinderboeken vinden en er snel een sponsor opstaat voor de Woutertje Pieterse Prijs.

Update 2023: Dit artikel kreeg bij publicatie veel bijval op sociale media, ook van prominenten uit het culturele circuit en de media. Gelukkig vond de Woutertje Pieterse Prijs toch weer een sponsor en wordt de bekroning nog steeds jaarlijks uitgereikt. Toch is er in de media sindsdien maar weinig veranderd. Trouw is nog steeds het enige landelijke dagblad met een wekelijkse kinderboekenrubriek in de papieren krant en kinderboekenmakers komen zelden aan het woord op televisie. Wel vormde dit artikel de voedingsbodem van De Grote Vriendelijke Podcast, die Jaap Friso en Bas Maliepaard een jaar later lanceerden. Een podcast voor volwassenen, waarin kinderboekenmakers op een serieuze en enthousiasmerende manier worden bevraagd over hun werk.

Delen

Vorige
Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors