De boeken van mijn leven Pete Wu
- Uit Flow 10
- Datum 2020
- Tekst Bas Maliepaard
- Foto Danique van Kesteren
Deze vijf boeken zijn belangrijk voor journalist Pete Wu (34), schrijver van ‘De bananengeneratie’.
Hij vond ze laatst terug in het huis van zijn ouders, de twintig stripboekjes over de Apenkoning Sun Wukong. Pete’s moeder las hem die vroeger in het Chinees voor. Het waren de enige boeken in huis, naast een dikke encyclopedie over China. Maar zijn ouders zorgden ervoor dat Pete en zijn broer en zusje een bibliotheekabonnement kregen. “Mijn ouders waren altijd aan het werk in hun restaurant en snackbar, dus ze zullen wel gedacht hebben: die kinderen hebben een hobby nodig,” lacht Pete. Die opzet slaagde, want ze lazen zich een slag in de rondte. “Thea Beckman, Paul Biegel en heel veel non-fictie – ik was een beetje nerdy.” Omdat hij lezen zo leuk vond en graag beter Engels wilde leren, besloot hij na de middelbare school Engelse literatuur te gaan studeren. Later volgden Amerikanistiek en mediafilosofie, en werd hij via stages bij de NOS en Quest journalist. Nadat Gordon in het tv- programma Holland’s got talent een racistische grap over een Chinese deelnemer had gemaakt, begon Pete’s afkomst een rol te spelen in zijn journalistieke werk. “Ik dacht: wat gek eigenlijk dat een bekend iemand zomaar zo’n opmerking kan maken op nationale tv.” Sindsdien schrijft Pete voor onder meer de Volkskrant en Brandpunt+ over de levens van Aziatische Nederlanders, die in de media zelden zichtbaar zijn. Zijn eerste boek, ‘De bananengeneratie’, gaat over de worsteling van veel Chinese Nederlanders met hun identiteit.
Griekse Mythen – Robert Graves
“In al mijn columns voor de Volkskrant heb ik een referentie aan de Griekse mythologie gestopt. Het zal weinig mensen zijn opgevallen, maar ik vond dat leuk om te doen, omdat ik als kind al gefascineerd was door de Griekse mythen. Toen we in 1994 naar Tilburg verhuisden, vonden we in ons nieuwe huis papieren met handgeschreven samenvattingen van de mythen. Ik denk dat er een middelbare scholier had gewoond. Die aantekeningen zetten me op het spoor van dit boek, dat ik talloze keren heb gelezen. Wat me denk ik aansprak, was het idee dat de goden zo menselijk zijn. Maar ook alle sterke beelden die in de verhalen voorkomen, vond ik mooi. Als kind tekende ik eens een stamboom van twintig pagina’s van de mythologische figuren. Trots liet ik die op school zien, ik dacht dat het cool was! Het is een van de meest nerdy dingen die ik ooit heb gedaan.”
No one belongs here more than you – Miranda July
“Miranda July heb ik leren kennen als regisseur van de film ‘Me and you and everyone we know’, pas daarna ontdekte ik dat ze ook korte verhalen heeft geschreven. Deze bundel heb ik altijd naast me liggen tijdens het schrijven. Ik leer enorm veel van haar stijl, die licht absurdistisch is, maar ook menselijk en vol mooie metaforen zit. Als ik zelf fictie of columns schrijf, blader ik er weer door om te kijken hoe July een verhaal begint of eindigt, hoe ze de spanning opbouwt of wat voor perspectief ze kiest. Het mooiste verhaal vind ik ‘The man on the stairs’, waarin de ik-persoon wakker wordt van een inbreker in huis. Maar het verhaal gaat over wat die inbreker zal aantreffen als hij de kamer in zal komen.”
How to write an autobiographical novel – Alexander Chee
“Toen ik opgroeide, zag ik nooit Aziatische mannen op tv die net als ik gay zijn. Ik zag überhaupt geen Aziatische mannen op tv. In witte homo’s herkende ik wel íets, maar ik dacht altijd: ik heb óók nog Aziatische ouders. Mijn redacteur bij uitgeverij Das Mag raadde me dit boek aan. Het heeft een misleidende titel, want het is geen gids maar een essaybundel van een Koreaans-Amerikaanse schrijver. Zijn homoseksualiteit is geen probleem in zijn stukken, maar een gegeven. Ik vond het fijn om te lezen dat je als Aziatische gay zo naturel en vanzelfsprekend over je seksuele voorkeur kunt schrijven. Als ik het eerder had gelezen, was ik misschien wel eerder uit de kast gekomen. Het duurde voor mij tot mijn dertigste om uit te vinden wie ik was en wilde zijn.”
Op aarde schitteren we even – Ocean Vuong
“Ik ben pas op een derde in dit debuut van de Vietnamees-Amerikaanse Vuong, maar ik zet ’m toch al op deze lijst, omdat ik er zo emotioneel van word. Zelden kwam een boek zo binnen als dit. Het is een lange brief, geschreven in de jij-vorm, van een zoon aan zijn Vietnamese moeder, die vastzit in haar trauma’s uit de Vietnamoorlog. De zoon in het boek onthult dat hij gay is. Ik herken veel van hoe mijn moeder reageert als ik iets met haar bespreek, dat is best confronterend. In een scène dringt de moeder erop aan dat de zoon Amerikaanse melk drinkt, zodat hij hard groeit. Ontroerend vind ik dat. Mijn moeder wilde ook graag dat wij veel koemelk dronken, omdat het bij Nederland hoorde. Eigenlijk zei ze daarmee: ik hou van je. Aziatische moeders uiten zich vaak via eten. Los van de inhoud merk je aan het proza ook dat Vuong een dichter is: zijn taal zit vol prachtige beelden.”
Idiot verse – Keaton Henson
“Singer-songwriter Henson heeft zo veel last van angstaanvallen en podiumvrees dat hij zelden optreedt. Maar ik was zo gelukkig om hem een keer in Carré te zien. Normaal huil ik nooit bij concerten, maar deze keer wel. Zijn liedteksten en ook de vrij klassieke gedichten in deze bundel gaan over opgroeien, onzekerheid en gebroken harten. De vijf fictieverhalen die ik heb gepubliceerd, gaan ook over dat soort thema’s, over zoekende mensen. Als ik de bundel lees, hoor ik de melancholische cello die in Carré meespeelde. Bloedmooi.”
Guilty pleasure: ‘De comic-serie ‘Rising stars’ van J. Michael Straczynski. Ik hou er heel erg van.’
Op mijn nachtkastje: ‘‘Een klein leven’ van Hanya Yanagihara. Ik wil dit al jaren lezen, ben nu op een kwart, het schijnt fantastisch te worden.’
Boekenlegger of ezelsoren: ‘Allebei. Vroeger wilde ik boeken niet beschadigen, maar ergens ben ik dat gevoel kwijtgeraakt.’
Bieb of boekhandel: ‘Toen ik nog geen eigen geld had de bieb, nu de boekhandel.’
Klassieker die ik echt een zou moeten lezen: ‘‘Honderd jaar eenzaamheid’ van Gabriel García Márquez.’
E-Reader of papier: ‘Ik heb een e-reader, maar lees liever van papier. Dan kan ik voelen waar ik in het verhaal ben en raak ik minder snel afgeleid.’
In de kast maar nooit gelezen: ‘Er zwerven stapels ongelezen boeken door mijn huis, maar ‘Zuiverheid’ van Jonathan Franzen staart mij het meest aan.’