Vorige

Mijn moeder & ik Tommy Wieringa

‘Rond mijn dertigste ging ik in therapie, omdat ik vreesde te worden zoals mijn moeder’

In de serie ‘Mijn moeder & ik’ interviewden Bas en collega-journalisten van Margriet bekende mensen over hun moeders.

In zijn nieuwe boek schrijft Tommy Wieringa over zijn moeder: “Hoe hevig onze ruzies ook waren, en hoe diep ook de stiltes die erop volgden, het refrein was altijd liefde.”

“Mijn moeder groeide op waar de Rijn ons land binnenkomt, in Tolkamer. Haar autoritaire vader was douanier, haar moeder had een zwak hart en lag vaak op de bank. Het onstuimige karakter van mijn moeder zorgde in haar jeugd al voor conflicten. Als tiener werd ze daarom naar een instelling voor gemankeerde jongens gestuurd, waar ze zonder noemenswaardige opleiding groepsleidster werd. Het was een manier om haar het huis uit te werken.

Door mijn vader te trouwen, kon ze ontsnappen aan die omstandigheden. Ik weet niet of het echt liefde was, ze waren voor elkaar misschien eerder een paspoort naar een ander leven. Mijn vader wist niet wat hem overkwam: hij was onzeker en brildragend en had opeens zo’n flamboyante meid aan de haak.

Twee jaar nadat ik werd geboren, emigreerden ze naar Aruba. Mijn vader ging daar lesgeven, mijn moeder leidde er het leven van een expatvrouw. Die jaren hebben onlangs met terugwerkende kracht kleur gekregen dankzij de brieven van mijn moeder, die ik op haar uitvaart van een vriend van haar kreeg. Een doos vol dichtbeschreven luchtpost, die ze hem destijds stuurde.

Het was een ontremde toestand, daar op Aruba: mensen gingen er getrouwd heen en kwamen bijna zonder uitzondering gescheiden terug. In haar brieven beschrijft mijn moeder de losbandige feesten. Mijn vader deed nog aan huwelijkse trouw, maar mijn moeder nam het ervan. Ze is altijd roekeloos geweest, niet alleen op seksueel vlak. Ze reed steevast veel te hard en verspeelde kapitalen door te investeren in krankzinnige, idealistische projecten.

Als moeder van mijn zus, mij en ons uit Colombia geadopteerde zusje was ze grillig. Haar temperament kon vlug verschieten van enorme woede naar grote liefheid. Ze was geen traditionele moeder, van een echte opvoeding was eigenlijk niet zozeer sprake. Meer een laisser-faire.

Op mijn negende keerden we terug naar Nederland – ik had mijn heup gebroken en die kon alleen hier worden gerepareerd. Twee jaar daarna scheidden mijn ouders. Aanvankelijk nam mijn moeder niet alleen alle kinderen maar ook de volledige inboedel mee, mijn vader hield het huis. Zij trok in de woning van haar nieuwe man. Ik vond het daar unheimlich, had geen zin in het nieuwe bestaan dat me werd opgedrongen, en besloot bij mijn vader te gaan wonen.

Sindsdien was de relatie met mijn moeder slecht. Ik tuimelde in één klap van mijn kindertijd mijn jongvolwassenheid binnen en nam geen genoegen meer met haar wispelturigheid en dwingende natuur. Nog steeds krimp ik ineen als ik iemand met een ring op een raam hoor tikken. Dat deed zij veelvuldig, ze bejegende ons meestal als personeel: ‘Pak dit, doe dat’. Ik begon dat te bestrijden en dat leverde conflicten op. Als ik haar eens in de twee weken bezocht in het weekeinde, hadden we binnen vijf minuten knallende ruzie en vertrok ik vaak meteen weer.

Ze scheidde ook van haar tweede man, begon als reisleidster te werken en opende een winkel met snuisterijen die ze uit landen als Egypte, Tibet en India haalde. In Egypte trouwde ze een derde keer, met een bescheiden man, vijf jaar ouder dan ik. Dat deed ze vooral omdat het problemen gaf met de politie dat ze ongetrouwd samen waren. Later kreeg ze in Nederland weer een andere vriend, maar dat Egyptische huwelijk is volgens mij nooit ontbonden.

Tijdens een van haar reizen brandde haar huis op de Vismarkt in Groningen af. Dat soort grote rampen trad ze met bewonderenswaardig relativeringsvermogen tegemoet. Ze was een reusachtig optimistische vrouw en had bovendien een sterk geloof dat alle gebeurtenissen een diepere betekenis hadden.

Rond mijn dertigste ging ik in therapie, omdat ik vreesde te worden zoals mijn moeder. Haar egocentrisme, onverantwoordelijkheid en willekeur boden me als kind weinig veiligheid. Zou ik kinderen krijgen, dan was ik bang dat ik het als vader net zo zou gaan doen. De psychiater bevrijdde me uiteindelijk met de simpele toverspreuk: ‘Meneer Wieringa, u bént uw moeder niet.’ Dat gaf me de ruimte om me los te maken van haar en haar feilbaarheid te accepteren.

We zijn altijd betrokken gebleven bij elkaars levens, niets zo trouw als een kind. En natuurlijk hebben we veel plezier gehad – ze was erg grappig – en zijn er veel momenten van liefde en warmte tussen ons geweest. Maar die zijn soms overwoekerd geraakt door de voortdurende strijd. De laatste tien jaar van haar leven ging die over haar ziekte. Ze kreeg een rode plek op haar borst, die door haar antroposofische arts werd aangemerkt als een ontsteking. Jarenlang werden er homeopathische zalfjes voorgeschreven, maar die hielpen geen moer, want het was kanker.

Ook toen dat duidelijk werd, wilde mijn moeder zich niet op een reguliere manier laten behandelen, hoe wij ook zeurden. Ze verzamelde een ongelofelijke hoeveelheid charlatans om zich heen. Ze onderging Bachbloesemtherapie, ozontherapie, hyperthermische behandelingen… Ze heeft er kapitalen aan uitgegeven. Ze was diep overtuigd van het bedrog van de farmaceutische industrie en haar handlangers, de gewone artsen. Dat wantrouwen heeft haar haar leven gekost en dat is voor mij nog altijd niet goed te verdragen.

De brieven die ik na haar dood kreeg, werden het begin van een studieproject naar haar, dat uiteindelijk uitmondde in het boek Dit is mijn moeder. Ze was een ingewikkelde en tegelijkertijd fascinerende persoonlijkheid, die ik ook heb bewonderd, om haar radicale onafhankelijkheid, haar vrolijke anarchisme en brutale schaamteloosheid.”

Tommy Wieringa (51) brak door met ‘Joe Speedboot’. Later volgden bejubelde romans als ‘Caesarion’, ‘Dit zijn de namen’, waarmee hij onder meer de Libris Literatuurprijs won, en ‘De heilige Rita’. In 2014 schreef hij het Boekenweekgeschenk ‘Een mooie jonge vrouw’. De verhalenbundel ‘Dit is mijn moeder’ van Tommy Wieringa ligt in de winkel.

Delen

Vorige
Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors